09/23/2025 | Press release | Distributed by Public on 09/23/2025 12:20
23 september 2025
De Eerste Kamer ging dinsdag 23 september in debat met demissionair staatssecretaris Nobel van Participatie en Integratie over het voorstel Participatiewet in balans, een pakket van ruim twintig maatregelen die meer ruimte geven om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt goed te ondersteunen. In het debat ging de Kamer vooral in op de uitvoerbaarheid van het voorstel. De Kamerleden maakten zich onder meer zorgen over de taaleis die wordt toegevoegd, over het risico op willekeur en of gemeenten voldoende middelen hebben om de wet uit te voeren. De Kamer stemt dinsdag 30 september over het wetsvoorstel en de ingediende moties.
Het wetsvoorstel wijzigt drie wetten om de balans tussen bestaanszekerheid, reïntegratie en handhaving te verbeteren. Door complexiteit, strenge handhaving en beperkte ondersteuning wordt de Participatiewet soms als te hard ervaren.
Om dit aan te pakken introduceert het demissionaire kabinet een pakket van ruim twintig maatregelen die meer ruimte geven om mensen goed te ondersteunen. In eerste instantie om hen aan het werk te helpen en, als dat (nog) niet kan, te zorgen voor een toereikend inkomen en andere vormen van participatie. Het wetsvoorstel is onderdeel van het bredere programma Participatiewet in balans, dat bestaat uit drie sporen:
Er zijn vier moties ingediend:
Senator Ramsodit sprak ook namens de PvdD. Ze zei dat het goed is dat er stappen worden gezet richting menselijke maat. Over de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid van het voorstel was ze kritisch: 'Jongeren lijken ongelijk behandeld te worden ten opzichte van volwassenen. Is hun bestaanszekerheid voldoende geborgd? Het gaat om kwetsbare jongeren.' Ze had ook zorgen om de uitvoerbaarheid omdat het wetsvoorstel extra taken bij gemeenten legt. Ramsodit wilde verder weten hoe het voorstel samenhangt met het hele sociale zekerheidsstelsel: 'Welk spoorboekje stelt de staatssecretaris voor het vervolg voor? Dit voorstel kan niet het eindpunt zijn van de drie sporen die zijn ingezet.'
Ook senator Huizinga-Heringa ging in op de verschillende sporen die het kabinet voorstelt om de Participatiewet te verbeteren: 'We hebben er begrip voor dat spoor 2 aan een volgend kabinet zal zijn. Maar betekent dat ook dat spoor 3 moet wachten tot een volgend kabinet?' Huizinga had ook vragen over de uitvoering: 'De financiële beheersbaarheid is een lastige opgave voor gemeenten. Dit wetsvoorstel geeft gemeenten meer ruimte voor maatwerk, maar kunnen ze dat wel aan, gezien de beschikbare middelen?' Ze vroeg verder of de voorgestelde taaleis wel thuishoort in deze wet. Bovendien, zo zei Huizinga, is de taaleis de gemeenten een doorn in het oog vanwege het gebrek aan taaldocenten: 'Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om dit op te lossen?'
Senator Petersen was enthousiast over het wetsvoorstel. Hij zei dat werken meer inhoudt dan alleen een inkomen genereren. Dit wetsvoorstel bevat volgens hem voldoende elementen om bijstandsgerechtigden een actievere rol te laten spelen in de samenleving. Petersen had nog wel vragen over de praktische uitvoerbaarheid: 'Ik ben blij dat de taaleis is opgenomen, maar vraag me wel af hoe deze uitgevoerd en gehandhaafd gaat worden.' Tot slot ging hij in op de rol van ondernemers: 'Als we meer mensen aan het werk willen helpen, spelen ook ondernemers en bedrijven een rol. Het vraagt wel een extra inspanning van werkgevers om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Hoe ziet de staatssecretaris dit?'
Volgens senator Bakker-Klein gaat deze wet helpen om de menselijke maat voorop te stellen. Ze vroeg of deze wet meer ruimte gaat geven in de uitvoering voor structurele initiatieven vanuit de samenleving. Over steun aan statushouders en hun nareizende familieleden zei Bakker-Klein dat gemeenten gaan heel verschillend met hen om. 'Kan de staatssecretaris toezeggen hier aandacht aan te besteden? Ook gemeenten experimenteren met mensgerichte benadering. In de Tweede Kamer is een motie aangenomen initiatieven ter ondersteuning van jongeren in kwetsbare posities. Gaat hieraan uitvoering worden gegeven? Wij hebben behoefte aan duidelijkheid op dit punt.' Bakker-Klein vroeg tot slot om een toezegging dat alvast kan worden begonnen met spoor 1.
Voor senator Van Apeldoorn kan de fundamentele herziening van de Participatiewet (spoor 2) niet snel genoeg komen: 'Als het fundament niet goed is, dan helpen lapmiddelen onvoldoende. We vinden dat dit voorstel tekortschiet.' Hij vroeg waarom niet wordt ingezet op een verhoging van het sociaal minimum. Er is volgens Van Apeldoorn geen goede balans tussen rechten en plichten: 'Wantrouwen zit ingebakken in participatiewet zelf. De dwingende taaleis, die vooral gericht is op het straffen in plaats van helpen van mensen, sluit ten onrechte een hele groep van laaggeletterden uit, zonder hen daarmee aan het werk te helpen. Het wetsvoorstel is vooral een teleurstelling. Er had veel meer kunnen gebeuren. Een echte balans blijft uit.'
Senator Van Rooijen vond het jammer dat de verbeteringen zo lang hebben moeten duren, maar was vooral blij dat er nu stappen worden gezet. Het is volgens hem goed dat er meer maatwerk is waardoor er meer flexibiliteit is om te doen wat nodig is, op basis van vertrouwen in plaats van wantrouwen. Van Rooijen: 'Kunnen we stellen dat het werkveld blij is met dit voorstel? Dat is fijn. Mijn fractie heeft wel twijfels over de uitvoering. Hoe wordt omgegaan met de ruimte voor maatwerk? Komt er een opleidingstraject? Hoe voorkom je willekeur?'
Senator Belhirch waardeerde het dat dit wetsvoorstel meer ruimte geeft voor maatwerk. De Raad van State wees er volgens haar wel terecht op dat het wetsvoorstel stappen zet, de kernproblemen niet oplost. Belhirch: 'We moeten doorbreken dat mensen het gevoel hebben dat zij er niet toe doen. Meer ruimte voor gemeenten heeft ook een keerzijde. Er is een risico van willekeur en zelfs discriminatie. Daarom dringen wij erop aan dat gemeenten actief een discriminatietoets toepassen. Kan de staatssecretaris toezeggen dat gemeenten deze toets gaan gebruiken?' Ze vroeg verder of de staatssecretaris kon toezeggen dat scholing en training worden gezien als volledig onderdeel van participatie.
Senator Kemperman was nog niet overtuigd: 'De intentie is goed, maar deze maatregelen lossen de kern niet op. Het wetsvoorstel voegt vooral nieuwe regelingen toe. Het zijn goedbedoelde stappen, maar er ontstaat opnieuw een ingewikkeld stelsel. Willekeur en ongelijke interpretatie van opnieuw meer regels liggen op de loer.' Hij hield een pleidooi voor een eenvoudig en transparant stelsel. Over de voorgestelde giftenverruiming zei hij dat die niet te monitoren en handhaven is. Hij vroeg: 'Waarom zou dit wél werken? Waarom durft de staatssecretaris niet te kiezen voor een rigoreuze herziening?'
Volgens senator Schalk is het goed dat het wetsvoorstel er is. Hij had nog wel vragen aan de staatssecretaris: 'Hoe wordt binnen de Participatiewet gekeken naar het gezin. Hoe voorkomen we dat mensen zich gaan zien als last voor andere gezinsleden door de kostendelersnorm.' Over de giftenverruiming zei hij dat het maximumbedrag in valuta te begrijpen is, terwijl het moeilijk waarde bepalen is van giften in natura, zoals een tas boodschappen. Schalk: 'Dat moet toch anders kunnen. Kan de staatssecretaris uitleggen waarom het moeilijk is om giften in natura te laten vallen?' Tot slot vroeg hij waarom de staatssecretaris een motie van de Tweede Kamer over initiatieven ter ondersteuning van jongeren in kwetsbare posities niet wil uitvoeren.
Volgens demissionair staatssecretaris Nobel van Participatie en Integratie hebben 'we (...) het te ingewikkeld gemaakt'. Volgens hem is de belangrijkste vraag: wat heb je uiteindelijk nodig om mee te kunnen doen. Er staan nog te veel Nederlanders aan de kant. Hij wil dat zo veel mogelijk mensen meedoen, ook nieuwkomers, want 'meedoen is integreren'. Over de taaleis zei hij dat hij ziet dat gemeenten daar knelpunten ervaren, die hij wil oplossen. Hij zegde toe hierover binnenkort met een brief te komen.
Nobel ging ook in op de giftenverruiming, in het bijzonder de giften in natura: 'Mensen kunnen de tas boodschappen zonder zorgen aannemen. Daar is de wet een stuk duidelijker geworden, maar we gaan niet alle giften in natura laten vallen. Daarom hebben we gekozen voor een gemaximeerd bedrag.' Volgens de staatssecretaris worden gemeenten niet overvraagd en zijn er goede afspraken gemaakt. Hij zei verder dat hij niet gaat toestaan dat jongeren onbeperkt kunnen bijverdienen. De kostendelersnorm wordt niet volledig afgeschaft omdat het veel geld kost.